Al kort na de Unie van Utrecht werkte de graaf van Anjou, die Vlaanderen (het zuidelijke deel van de Nederlanden) bestuurde, samen met Sultan Murat III aan een uitwisselingsproject waarbij tussen 1582 en 1584 een Ottomaanse gemeenschap in Antwerpen woonde en een Nederlandse gemeenschap in Istanbul werd gehuisvest .
Prins Maurits bevrijdt Turkse galeislaven
In 1604 veroverde het leger van prins Maurits de stad Sluis in Zeeuws-Vlaanderen, waar een aantal Spaanse galeien werd buitgemaakt. Het bleek dat er 1400 Turkse roeiers op dienden, waaronder Algerijnen, Arabieren en Turken. De Turken vestigden zich in de buurt van het dorp Sluis. Een van de dorpen werd zelfs “Turkeye” genoemd ter herinnering aan deze gebeurtenis, en de inwoners van een ander dorp werden “Turken” genoemd. Nederlandse historici vermoeden dat dit afstammelingen zijn van de bevrijde galeislaven. Degenen onder hen die dat wilden, ontvingen speciale documenten van prins Maurits, waarmee ze naar Marseille konden reizen en vervolgens per schip naar hun vaderland konden terugkeren.
De eerste Nederlandse ambassadeur in Istanbul
Het nieuws van hun bevrijding bereikte de Sultan, wat de daaropvolgende contacten tussen de twee landen in de vroege stadia van hun diplomatieke betrekkingen aanzienlijk vergemakkelijkte. Deze waren van groot belang voor de internationale positie van Nederland terwijl de onafhankelijkheidsoorlog met de Spanjaarden nog gaande was. In 1609 werd een bestand getekend tussen Spanje en Nederland, waarin stond dat elke actie voor nauwe militaire samenwerking tussen Nederland en Turkije een reden had kunnen zijn om dit bestand te verbreken. Desondanks ontving Nederland in 1610 een uitnodiging van de sultan om een Nederlandse ambassade in Istanbul te vestigen. Hiermee was het Ottomaanse Rijk de facto de eerste natie die de onafhankelijke Nederlandse Republiek erkende. Nederland accepteerde met als officieel doel handel en het bevrijden van Nederlandse zeelieden die door kapers in Ottomaans Noord-Afrika gevangen waren genomen. Een jaar later werd besloten om een officiële vertegenwoordiger naar Istanbul te sturen. Cornelis Haga arriveerde op 17 maart 1612 in Istanbul. De eerste Nederlandse ambassade in Istanbul, het Palais de Hollande, nu het Consulaat-Generaal in Turkije, werd gevestigd.
Samenwerking
Ondanks het feit dat het het bestand met Spanje zou schenden, bestond het begin van het ambassadeurschap van Cornelius Haga uit een reeks pogingen om toch militaire samenwerking tegen Spanje tot stand te brengen. Cornelis zelf was bang dat de Spanjaarden hem om het leven zouden brengen, waarom hij probeerde de Spanjaarden gerust te stellen over de officiële reden dat hij naar Turkije was gekomen, niet om een militaire alliantie tussen deze landen tot stand te brengen, maar om Nederlandse gevangenen te bevrijden. Hoewel de militaire samenwerking niet tot stand kwam, slaagde Cornelis erin om faciliteiten voor Nederlandse handelaren te verkrijgen. Geholpen door de constructie van een zeer efficiënt en praktisch vrachtschip genaamd de fluit, verdrongen de Nederlanders hun concurrenten, voornamelijk Venetianen, uit de markt voor transportdiensten in de Middellandse Zee.
Turkse delegaties naar Nederland
De eerste Turk die officieel als gezant van de Sultan naar Nederland kwam, was Ömer Aga, die in 1614 naar Den Haag kwam. Het doel van zijn missie was om kennis te maken met de politieke en economische situatie van de Republiek en meer te weten te komen over haar militaire capaciteiten.Ömer Aga was in de Staten-Generaal. Daarnaast reisde hij door de Republiek en bezocht hij onder andere Utrecht. Hij was de eerste Turk die de Domtoren in Utrecht beklom (de hoogste kerktoren van Nederland met een hoogte van 112,5 meter). Voor de Nederlanders bleek het verblijf van Ömer Aga te duur voor de schatkist, en in wat stereotypen lijkt te bevestigen, vroegen de Staten-Generaal aan de Nederlandse gezant Cornelis Haga hoe dit soort bezoeken in de toekomst vermeden konden worden.
Orthodoxe theologen studeren in Nederland
In tegenstelling tot de Turken bezochten Grieken, die destijds onderdanen van de Sultan waren, vaak Nederland. Volgelingen van de Orthodoxe Kerk studeerden theologie aan universiteiten in de noordelijke Nederlanden. Onder hen was Cyrillus Lucaris, later Patriarch van Constantinopel, die rond 1600 al had kennisgemaakt met de latere vertegenwoordiger van Nederland in Turkije, Cornelis Haga. Zijn correspondentie met vooraanstaande theologen en denkers van de Republiek is bewaard gebleven, en de invloed van de calvinistische leer op Cyrillus bleek zo groot dat hij werd aangeduid als de “Protestantse Patriarch van Constantinopel”.
Een Turkse diplomaat en schrijver
Een voorbeeld van een Turkse diplomaat in de 19e eeuw was Murad Effendi, een schrijver, toneelschrijver en uitgever in Nederland. Sinds 1877 was hij de ambassadeur van Turkije in Noorwegen, Zweden en Nederland, met residentie in Den Haag. Hij vertaalde Turkse poëzie naar het Nederlands, en fragmenten van zijn literaire werken werden afgedrukt in Nederlandse tijdschriften. In 1881 ontving hij zelfs een literaire medaille van Koning Willem III. Hij stierf in hetzelfde jaar, en zijn begrafenis werd vermeld in de Nederlandse pers. Hij werd begraven in Den Haag, waar zijn graf nog steeds bestaat.
Polarisatie
De diplomatieke relaties tussen Nederland en haar eerste en enige steun in haar strijd om onafhankelijkheid bestaan nu vierhonderd jaar. Koningin Wilhelmina was na de Eerste Wereldoorlog de eerste die de nieuwe Turkse staat officieel erkenning gaf. Daarmee werd de gunst die het Ottomaanse Rijk aan Nederland had betoond in 1610, meer dan driehonderd jaar later door Nederland beantwoord. Het is jammer dat politieke polarisatie in deze oude relaties tot spanningen heeft geleid. We hopen dat de informatie op deze website kan bijdragen aan een breder perspectief en de nuancering die nodig is om relaties te onderhouden.
Bron: Łukasz Zweifel en Beata Langer. Over Four Centuries of Relations between the Netherlands and Türkiye. Historia i Polityka No. 42(49)/2022, pp. 9–23