“Bij het ontzet van Leiden, dat belegerd werd door de Spanjaarden, droegen de manschappen van geuzenleider Louis de Boisot eveneens zilveren halve manen op hun kleding. Diezelfde halve maan tooide ook de vaandels van de geuzenschepen. Van een in Leiden bewaard ornament met een niet toevallig zwaar besnorde koperen halve maan is de functie niet helemaal duidelijk, maar mogelijk was het een vaandelbekroning. Het devies en de insignes, die in groten getale moeten zijn gemaakt, zijn natuurlijk een uiting van bravoure, een belediging van het katholieke gezag. Maar ze werden ook gebruikt om te verwijzen naar de tolerantie waarvan men geloofde dat de Turken, de moslims, die op religieus gebied tentoonspreidden. Onder de sultan werd niemand vervolgd om zijn geloof; joden en christenen mochten tegen betaling van een kleine belasting, of een boete zo men wil, hun geloof belijden onder bescherming van de overheid.”
“Dat die symbolen van bravoure en tolerantie toch grote waarde hadden, is echter alleen al aan het gedrag van de edelen af te lezen. Symbolen zijn niet onschuldig. Misschien moeten ‘onze islamitische medeburgers’ daarom maar en masse naar het Rijksmuseum gaan, om daar een replica van ‘onze’ geuzenpenning met halve maan en opschrift ‘liever Turcx dan Paeps’ aan te schaffen.”
Dorien Tamis: Liever Turks dan Paaps: Islamitische symbolen in de Tachtigjarige Oorlog
Afbeelding: een bewerking van de klassieke schoolkaart “Leidens Ontzet 1574”